De eerste Mallegatsluis
De Mallegatsluis, die de Hollandsche IJssel verbindt met de Gouwe, werd in de loop der eeuwen enige malen verplaatst en vernieuwd. Ongeveer op de tegenwoordige plaats lag al omstreeks 1398 een schutsluis onder deze naam, maar die mocht met het oog op de belangen van de Goudse neringdoenden en ambachtslieden alleen worden gebruikt indien, bijvoorbeeld ten gevolge van een dijkdoorbraak, de scheepvaart door Gouda (via de Haven en de Gouwe) niet mogelijk zou zijn.
De tweede Mallegatsluis
Op last van prins Willem van Oranje werd een nieuwe sluis gebouwd, die groot genoeg was om te worden gebruikt voor het schutten van oorlogsschepen. De prins had zich boos gemaakt over het lange oponthoud dat zijn oorlogsschepen ondervonden bij de doorvaart door de stad. Het ontzet van Leiden had daardoor langer geduurd dan strikt nodig was geweest, meende hij.
Deze tweede Mallegatsluis, ook wel Statensluis genoemd, werd in de jaren 1576 – 1578 gebouwd ten westen van de eerste sluis (en dus ook westelijk van de tegenwoordige sluis) en liep schuin door het parkje bij het Buurtje. De nieuwe sluis mocht vooralsnog van het stadsbestuur alleen worden gebruikt voor het schutten van oorlogsschepen en schepen die voor de route door de binnenstad te groot waren. Na 1598 werd het – op herhaald aandringen van Amsterdam en Rotterdam – ook andere schepen toegestaan om van de Mallegatsluis gebruik te maken; zij moesten dan wel eerst drie dagen voor de stad hebben gelegen. De schipper moest bovendien op het Stadhuis een consent halen waarvan de opbrengst werd besteed aan de armenzorg in de stad. Deze tweede Mallegatsluis geraakte in verval en werd in de jaren 1765 en 1766 gedempt, zoals blijkt uit de foto van de gedenksteen.
Maar de demping vond slechts gedeeltelijk plaats. Recent onderzoek van Hans du Pré heeft onderstaande foto aan het licht gebracht. Deze geeft de situatie weer vanuit het westen, met op de voorgrond het parkje tussen de sluis en het Buurtje. De foto wordt (voorlopig) gedateerd op 1937. De theorie is dat de westelijke ronde frontmuur op de foto onderdeel is van de Statensluis uit 1578 en dat de opening van de sluis na demping constructief gedicht is met een keermuur waarbij aansluiting is gezocht op het punt waar de ronding eindigde. Ook een rivierkaart uit 1902 geeft deze situatie weer.
Opmerkelijk is een kennelijk nogal provisorische dichting van een gat in de oostelijke kademuur. Het is niet uitgesloten dat zich hier de uitmonding bevond van een duiker die evenwijdig aan de Statensluis zou hebben gelopen tussen de IJssel en de Turfsingel. Deze duiker zou onder andere dienst hebben gedaan bij het schuren van de grachten.
De derde Mallegatsluis
Inmiddels was er in 1763 op de huidige plaats een nieuwe sluis aangelegd. Hier overheen lag een dubbele ophaalbrug die de verbinding vormde van de ommuurde stad met het westelijke deel van Holland. Deze verbinding liep vanaf de Rotterdamse Poort naar de Rotterdamse Weg, via een schuinse doorsteek over het bolwerk ter plaatse van het huidige parkje aan het Buurtje.
Naast de nieuwe sluis bouwde men een fraaie sluiswachterswoning. Na de afbraak van de Rotterdamse Poort, in het midden van de negentiende eeuw, werd de dubbele ophaalbrug vervangen door een enkele.
Foto (SAMH) uit 1930: Wij zien de enkele ophaalbrug, die tot 1941 over de Mallegatsluis heeft gelegen.
De Mallegatsluis was tot de ingebruikstelling van de Julianasluis in 1936 één van de drukste sluizen van Nederland. Daarna was dit waterwerk alleen nog van belang voor de pleziervaart en voor schepen bestemd voor de Turfsingel. De sluis werd daarom in 1941 door het Rijk overgedragen aan de Provincie.
De ‘vierde’ Mallegatsluis
Doordat de Mallegatsluis niet langer een essentiële rol vervulde in het landelijke verkeer te water, kon deze tijdelijk buiten gebruik worden gesteld, zodat hier tussen 1941 en 1943 een grondige restauratie en een aanzienlijke verbouwing mogelijk werd. Al vóór de oorlog waren er voorbereidingen getroffen voor deze verbouwing, zoals uit bovenstaande foto uit (naar schatting) 1937 blijkt. De bomen zijn al gerooid en de bouwkeet staat er al voor de aanstaande werkzaamheden. Die bestonden uit het aanbrengen van portalen met ijzeren, elektrisch aangedreven hefdeuren. In feite ontstond daarmee een vierde versie van de sluis. Minstens zo belangrijk was de verkeerskundige ingreep die tegelijkertijd plaats vond. De ophaalbrug in het verlengde van de Veerstal werd door de Duitse bezetters een te zwakke schakel gevonden in de enige verbinding die er was tussen Rotterdam en het midden van het land. De brug zou te licht zijn voor de passage van de zware Duitse tanks. Daarom werd deze ophaalbrug vervangen door een vaste brug over de kop van de sluis aan de Hollandsche IJssel. Tussen de Veerstal en de loskade werd een oprit gemaakt vanaf de Westhaven naar de brug en aan de andere zijde werd over de restanten van de Statensluis een nieuw dijklichaam opgeworpen. Met dat al werd het doorgaande verkeer over de Veerstal verlegd naar de Nieuwe Veerstal. De Veerstal werd een rustige stadsstraat; het doodlopende gedeelte tussen de Bogen en de sluis werd sindsdien in de volksmond het ‘Dode Stuk’ genoemd. De ophaalbrug verhuisde naar de Wachtelstraat en heet daar nu Wachterbrug.
Benaming
De oorsprong van de naam van de Mallegatsluis is niet geheel duidelijk. In het Middelnederlands betekende het woord ‘mallen’ tijd verbeuzelen. Dat lijkt een eerste aanduiding te zijn. Volgens de historicus-waterbouwkundige D.L. de Jong is een mallegat – een naam die ook elders voorkomt – een water waar men wel in, maar niet door kan varen (dus wel rondvaren!) ten gevolge van een voorschrift, een afdamming, een vernauwing of een sterke stroom. Er werd echter ook een plaats mee aangeduid waar het water in draaiende beweging komt (vergelijk mallemolen, een draaimolen). In dat verband is het dus niet onaannemelijk dat het Mallegat van oorsprong een wiel is geweest, als gevolg van een dijkdoorbraak. En ook de kop van de Fluwelensingel lijkt door een dergelijk wiel gevormd te zijn, ook al omdat de eerste hier gebouwde sluis Mallesluis heette.
De directe omgeving
Was de Mallegatsluis tot de ingebruikstelling van de Julianasluis één van de drukste sluizen van Nederland, thans is de sluis alleen nog van belang voor de pleziervaart en voor de bereikbaarheid van de Museumhaven aan de Turfsingel. Naast de sluis staat aan de ene zijde de Sluiswachterwoning uit 1764 en aan de andere zijde het Schipperswachtlokaal uit 1912.
Men kan bij de Mallegatbrug onder de Nieuwe Veerstal doorlopen naar de lJsselkade, voor een bijzonder uitzicht over de rivier en de Krimpenerwaard.
Structuurvisie Veerstalgebied
Omstreeks 1960 had de gemeente grote plannen met de ontsluiting van de binnenstad. De auto moest ruim baan krijgen. Daarom werd er een stadsweg ontworpen vanaf de Nieuwe Gouwe Oostzijde, via het tracé van de Raam en de Bogen. Daartoe werd het water van de Raam gedempt en de westelijke straatwand van de Bogen gesloopt. Deze stadsweg zou aansluiten op het tracé van de Nieuwe Veerstal, aan de oprit van de brug over de Mallegatsluis. Die stadsweg over de Raam is er nooit gekomen. Het Veerstal-tracé is echter wél gerealiseerd. Deze stedelijke verkeersweg heeft de oude stad afgesneden van de rivier en daarmee een grote cultuurhistorische schade aangericht. Wellicht kan deze schade in de toekomst enigszins teniet worden gedaan. Het doorgaande verkeer over het huidige Veerstaltracé is inmiddels afgeleid naar de Zuidwestelijke Randweg door de Krimpenerwaard. Daarmee is de verkeersdrukte aan het IJsselfront aanmerkelijk afgenomen, zodat er mogelijkheden ontstaan om van dit raakvlak tussen de stad en de rivier een verblijfsgebied te maken, aansluitend op een weer geopende Havensluis. De Watergildeleden Sjaak de Keijzer en Han Breedveld hebben daartoe de Structuurvisie Veerstalgebied opgesteld die in 2011, tijdens de zevende Waterconferentie, is aangeboden aan het gemeentebestuur. Deze Structuurvisie werd overgenomen door het Platform Binnenstad en haar Randen en de Stichting Gouda Waterstad en daarna in 2012, in een verder uitgewerkte versie, tijdens de achtste Waterconferentie opnieuw aangeboden aan het gemeentebestuur.
De Structuurvisie, die bij de burgerij wel enige kritiek, maar vooral ook veel bijval oogstte, heeft geleid tot de oprichting van de Stichting Gouda ~ sterk ~ aan de IJssel.
Ontdemping
Men ziet nu in dat het dempen van grachten ter bevordering van het autoverkeer in de binnenstad een averechts effect heeft gehad, en dat dit de attractiviteit van het historische Gouda ernstig heeft geschaad. Bovendien heeft het dempen van grachten een negatief effect gehad op het waterbergende vermogen van de oude stad, zodat deze in de toekomst bij een clusterbui grote waterschade kan oplopen.
Het Watergilde ijvert voor het ‘ontdempen’, het weer open graven, van alle gedempte grachten, waaronder de Raamgracht. Bovendien ijvert het Watergilde voor het weer openen van de Havensluis en het herstel van de doorvaart door de stad.
Voor meer beeldmateriaal zie Goudawaterstad