De sluis van 1936
Door de Julianasluis van 1936 kunnen schepen tot 1500 ton worden geschut. De schutkolk heeft afmetingen van 115×12 meter. De maximaal toegestane scheepsafmetingen zijn 90,00 m lang, 11,00 m breed en een diepgang van 2,80 m. De sluis heeft stalen roldeuren die over de sluisbodem rijden. Een op het complex aanwezige reservesluisdeur laat de constructie goed zien. De deuren, bruggen, schuiven en afsluitbomen worden elektrisch bediend. Het nieuwe Gouwekanaal, het Stroomkanaal en de Hollandsche IJssel omsluiten het Sluiseiland. Het graafwerk voor de sluis en de beide kanalen is in de crisistijd met de hand, spa en kruiwagen uitgevoerd door werklozen, in het kader van de Werkverschaffing.
Sluiskantoor
Het sluiskantoor is een elegant gebouw met een klokkentoren; er staan bovendien twee sluiswachtershuisjes langs de sluiskolk. Twee ophaalbruggen over de sluis maken een steeds doorgaand wegverkeer over de N207 mogelijk.
Naamgeving
De sluis werd genoemd naar prinses Juliana. In de bezettingstijd moest de sluis als ‘Nieuwe Sluis’ worden aangeduid omdat de bezetter het gebruik van namen van het Koninklijk Huis verboden had. Niet alleen de naam moest worden veranderd, maar ook moest de gedenksteen uit de muur van het sluiskantoor worden gehakt. Na de oorlog is dit uiteraard hersteld. De sluis is een rijksmonument.
Ontwikkelingen in het vervoer
Tussen 1935 en heden hebben zich in het vervoer te water ontwikkelingen voorgedaan. Jaarlijks passeren zo’n 9.000 vrachtschepen met ruim 3 miljoen ton lading de Julianasluis. Daar komen nog eens 17.000 recreatievaartuigen bij, een nieuw fenomeen dat ´s zomers zelfs voor capaciteitsproblemen zorgt. Men verwacht een verdere stijging van het binnenvaartvolume. Veel vrachten worden per container vervoerd. Ten behoeve van een groot achterland werd bij Alphen aan den Rijn in september 2010 de containerhaven ‘Alpherium’ geopend. Dagelijks worden hier circa 200 containers overgeslagen. De terminal is goed voor vier à vijf scheepsbewegingen per dag met zeer grote binnenschepen. Al deze containerschepen passeren de Julianasluis. Omdat de vaarweg langs Gouda onderdeel is van de ‘staande-mast-route’ door Holland, blijft deze ook belangrijk voor allerlei bijzondere transporten, zoals de enorme motorjachten die scheepswerf Van Lent in Kaagdorp bouwt. Er is een markt voor nóg grotere jachten en Van Lent zou ze graag bouwen, maar de bestaande Julianasluis was te smal.
Verdubbeling
Medio 2009 besloot Provinciale Waterstaat dan ook om een tweede, bredere sluiskolk te bouwen in het Sluiseiland, voor schepen tot 2.000 ton. Door de aanleg van die tweede sluiskolk, naast de bestaande, kunnen beroeps- en recreatievaart van elkaar worden gescheiden, wat de veiligheid vergroot. Ook biedt de tweede sluis meer bedrijfszekerheid: als één sluis in storing of onderhoud is, kan de andere worden gebruikt. De nieuwe schutkolk is 2 meter breder dan de bestaande sluis (dus 115×14 meter) en uitgevoerd met puntdeuren. Naast de aanleg van de tweede sluis zijn er twee beweegbare bruggen gebouwd over de nieuwe sluiskolk en zijn er nieuwe remmingswerken in de Hollandsche IJssel aangebracht. De voorbereidende werkzaamheden zijn in 2011 gestart en de tweede sluis is op 20 juni 2014 officieel geopend. Scheepswerf Van Lent (Feadship) uit De Kaag kan nu bredere (luxe) jachten bouwen en betaalde daarom 2,5 miljoen euro mee aan de totale nieuwbouwkosten van circa 35 miljoen euro. De provincie Zuid-Holland is eigenaar van de sluis en daarmee verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud.
Bij het complex behorende andere werken
Tot het sluiscomplex behoren ook het Stroomkanaal met de Voorhaven; hierin ligt het in de jaren 1933-1936 gebouwde Mr. P.A. Pijnacker Hordijkgemaal. De aanleg van de tweede Julianasluis tussen 2011 en 2014 is gecombineerd met een ander groot werk: de aanleg van de Zuidwestelijke Randweg.