De Goejanverwellesluis (51) is een schutsluis in Hekendorp die sinds 1366 de Hollandsche IJssel, via de Dubbele Wiericke, verbindt met de Oude Rijn. Sinds 1673 was deze sluis tevens in gebruik als waterinlaat voor de Oude Hollandse Waterlinie die lag tussen de Dubbele Wiericke en de Enkele Wiericke, die een paar honderd meter verder naar het westen ligt. Wij zijn hier dus op een bijzonder strategische plek in de verdediging van het gewest Holland.
U bent Hekendorp binnengekomen via de Wilhelmina van Pruisenbrug (52), een voet-fietsbrug over de Hollandsche IJssel. Deze brug is in 1992 in de plaats gekomen van een bescheiden pontveertje dat ondanks die bescheidenheid een grote rol heeft gespeeld in de vaderlandse geschiedenis. In 1787 werd hier prinses Wilhelmina, echtgenote van de naar Nijmegen uitgeweken stadhouder Willem V, met haar gevolg over de rivier gezet, nadat ze in de Vlist was aangehouden door een groep militante Goudse patriotten. De prinses was op weg van Nijmegen naar Den Haag, om daar de prinsgezinden aan te zetten om tegen de patriotten in actie te komen, met het doel haar gemaal weer in zijn vroegere functies te herstellen. Maar ze werd gedwongen haar reis te onderbreken en af te slaan naar Goejanverwellesluis, waar de patriotten een hoofdkwartier hadden ingericht in de naast de sluis gelegen kaasboerderij. Hier werd de prinses met haar gevolg enige uren vastgehouden en daarna teruggestuurd naar Nijmegen.
Deze aanhouding bij de Vlist, die later abusievelijk de Aanhouding bij Goejanverwellesluis werd genoemd, had grote gevolgen. De prinses was diep beledigd. En haar broer, de koning van Pruisen, ondernam een strafexpeditie waardoor niet alleen korte metten werd gemaakt met de patriotten, maar meteen ook in het gewest Holland veel schade en onheil werd aangericht. Hoe dan ook, de Orangisten konden daarmee weer voor enige tijd aan de macht komen.
Op de terugweg van Hekendorp naar Gouda rijdt u enkele kilometers door de Oude Hollandse Waterlinie (53) heen. Daarbij passeert u eerst een tunneltje onder het spoor en rijdt u vervolgens een stukje langs de spoorbaan. Hier passeert u een bruggetje over de Enkele Wiericke en meteen daarna de Prinsendijk, de in 1672 door stadhouder Willem III ingerichte verdedigingswal langs de Oude Hollandse Waterlinie.
U vervolgt uw weg via de Twaalfmorgen, slaat rechtsaf op de Willemskade en volgt de Platteweg aan de zuidzijde van de Reeuwijkse Plassen. Aan het eind van de Platteweg steekt u de Goudse Houtsingel over naar de Wethouder Venteweg. Halverwege de Wethouder Venteweg ziet u rechts een verwijzing naar het Reeuwijksche Verlaat (54). Dit is een sluiscomplex, daterend uit 1604, op de plaats waar de twee boezems van Reeuwijk en Sluipwijk samenkwamen in de Breevaart. Het Reeuwijksche Verlaat vormde aldus een driesprong te water hetgeen op een unieke wijze tot uiting kwam in drie stel sluisdeuren. Maar Sluipwijks Boezem is inmiddels opgegaan in de boezem van Reeuwijk, als gevolg waarvan de desbetreffende sluisdoorgang overbodig werd en daarom in 1972 op weinig poëtische wijze werd dichtgemetseld. Inmiddels is de sluis gerestaureerd en is de oorspronkelijke situatie hersteld.
U wordt hierna weer de binnenstad van Gouda ingeleid. We sluiten de route af bij het sluisje (34) in het grachtje Achter de Sint Jan, vlakbij de doorgang in de steunbeer. Op het terras in de tuin van het Museum Gouda kunt u nog even nagenieten van deze tocht. Maar u kunt ook, als u nog voldoende energie heeft, de Sint-Janskerk met z’twereberoemde Goudse Glazen bezoeken. En, als het water u op uw fietstocht geïnspireerd heeft, kunt u zich daarbij concentreren op het onderwerp ‘Water in de Glazen‘. De ingang naar de kerk ligt bijna recht tegenover de museumtuin.
En op een steenworp van hier ligt ook de Markt met z’twereberoemde Stadhuis. Op zaterdagochtenden worden hier rondleidingen gegeven door de Stadhuisdienst van de Historische Vereniging Die Goude. Ook heeft de vereniging hier een boekenmarktje, waar u alle door Die Goude uitgegeven boeken kunt kopen, waaronder het boekje Goudse Sluizenroute.