Aan Oosthaven 31 werd in 1892 het Centraal Tehuis voor Israëlieten ingericht als opvolger van het Joods Rusthuis aan de Turfmarkt. Het tehuis werd in de loop der jaren uitgebreid, dankzij legaten, giften en financiële steun. De oorlogsjaren waren voor het Centraal Tehuis noodlottig. Op 9 april 1943 ontruimden de Duitsers het gebouw. De directrice, het personeel en de bejaarden werden in vrachtauto’s naar het station vervoerd. Vandaar reisden zij per trein eerst naar Westerbork en vervolgens naar Auschwitz. Van hen overleefde alleen de directrice het concentratiekamp. In 1953 kocht de Hervormde Gemeente het pand. Achter het gebouw bevindt zich het uit 1899 daterende Metaheerhuis. In dit reinigingshuis werden de overledenen voor de gang naar de begraafplaats ritueel gewassen en gekleed. In 1994 is het gebouwtje ingericht als gedenkplaats voor de omgebrachte joden uit Gouda.