We starten de kanotocht aan de Breevaart, bij het opstappunt (1) van Kanovereniging De Goudse Peddel. De Breevaart is een omstreeks 1350 gegraven wetering, ter ontwatering van de polders rond Reeuwijk en Sluipwijk. Vlak bij dit opstappunt ligt het Reeuwijksche Verlaat (2). Het is goed om deze unieke driewegsluis eerst te bezichtigen, voordat u gaat varen. Het Reeuwijksche Verlaat vormde de schakel tussen drie polderpeilen. Aan weerskanten van het verlaat stonden twee molens die het water van de Reeuwijkse en Sluipwijkse polders oversloegen in het Goudse water. Tegenwoordig wordt voor de Reeuwijkse en Sluipwijkse polders éénzelfde peil aangehouden. Bij deze sluis was vroeger ook een overtoom. Precies op de plaats van deze overtoom staat nu het Gemaal Burgvlietkade, dat de functie van de molens heeft overgenomen.
We peddelen dan over de Breevaart naar het zuiden. We passeren de Graaf Florisbrug (3) en de Spoorbrug (4) in de lijn Gouda – Utrecht. Juist vóór de Voorwillensbrug (5) slaan we rechts af. Tot omstreeks 1900 liep de Breevaart recht door, en mondde uit in de Hollandsche IJssel via de Vuilebrassluis. Op het afgedamde deel ligt nu de Krugerlaan, die begint achter de Voorwillensbrug. Hier ligt het Gemaal Willens (6) dat een groot deel van oost-Gouda bemaalt. We peddelen de Karnemelksloot in. Rechts, op de hoek, lag ooit de buitenplaats Burghvliet. Van oorsprong was het een grote boerderij met landerijen die zich uitstrekten tot ver naar het noorden. Die boerderij werd in 1710 door de Goudse burgemeester Arent van der Burgh aangekocht en uitgebouwd tot een buitenverblijf, doch met behoud van de agrarische functie. In het voorhuis ontving Van der Burgh regelmatig een kleine kring van plaatselijke kunstenaars, dichters, musici en wetenschappers. Samen musiceerden en reciteerden zij, of bespraken zij met elkaar de plaatselijke politiek. Men zou dit gezelschap een Goudse Muiderkring kunnen noemen.
Peddelend over de Karnemelksloot passeren we drie ophaalbruggen. De eerste twee daarvan kunnen worden gepasseerd, zonder dat ze geopend behoeven te worden. De derde, de Jan Verzwollebrug (7) in het verlengde van de Eerste kade, is echter veel zwaarder, zodat de onderdoorgang aanmerkelijk lager is. Het is de brug in de voormalige stoomtramlijn Gouda – Schoonhoven. Het openen van deze brug geschiedt door een brugwachter, en wel op gezette tijden, afhankelijk van het seizoen. Raadpleeg daarom de website http://www.mijngouda.nl/Inwoners/Verkeer_en_vervoer/Gouda_historische_waterstad_in_het_Groene_Hart . Maar u kunt hier natuurlijk ook een stukje ‘klunen’. Als u toch weer te land bent, kunt u meteen even een blik werpen in het Leo Vromanpark (8), vroeger Klein Amerika geheten. Hier lag tot anderhalve eeuw geleden het bastion voor de Tiendewegspoort. Na de slechting van de vestingwerken werd hier een parkje aangelegd naar ontwerp van de befaamde tuinarchitect Jan David Zocher jr.
Vanuit de Karnemelksloot gaan we onder de Blekersbrug (9) door, rechtsaf naar de Blekerssingelgracht, onderdeel van de omvesting van de oude binnenstad. Het water in de Goudse singels was vroeger zó schoon en zuurstofrijk, dat zich hier in de negentiende eeuw een groot aantal stomerijen en blekerijen vestigde. Hier werd voor de welgestelden uit een verre omtrek de was gedaan. Links lag tot in het midden van de negentiende eeuw de stadsmuur. Na de afbraak daarvan restte hier een open stuk stedelijk gebied waar de Veemarkt gevestigd was. Op deze plaats werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw stadsvernieuwing gepleegd, resulterend in een appartementengebouw (10) dat nu in de volksmond de ‘Chinese Muur’ wordt genoemd. We passeren eerst de recent aangelegde Kazernebrug (11) en daarna de Kleiwegbrug (12), waar links de Kleiwegspoort heeft gestaan. Rechts zien we het Kleiwegplein, waar vroeger het Bloemendaals Verlaat uitkwam op de singel.
We peddelen voort over de Kattensingelgracht. Links, langs het Regentesseplantsoen, zijn diverse aanlegmogelijkheden voor de pleziervaart. Er zijn zelfs enkele vlonders, waar men de kano even op de wal kan trekken om te pauzeren voor een bezoek aan het Goudse centrum. Aan het eind van de Kattensingel ligt links de ingang naar de ‘Binnen’-Gouwe, het gedeelte van de Gouwe dat binnen de oude stad ligt. De ‘Binnen’-Gouwe liep van oorsprong met een scherpe bocht door naar de Kromme Gouwe. Daarin werd, vóór de Potterspoort, het Bolwerk (13) aangelegd, als onderdeel van de verdedigingslinie van de stad. Dit Bolwerk is herhaaldelijk verbouwd en inmiddels nader ingericht tot een verkeersplein. Rechts, op de hoek van de Kattensingel, ligt het gerestaureerde gebouw van De Drie Notenboomen (14), vroeger een van de grootste stomerijen van de stad. Recht vóór ons ligt de Pottersbrug (15).
U legt aan in de omgeving van het Bolwerk. Hier is het volgende leespunt…