Op de hoek van de Hoge Gouwe staat het Best Western Hotel, met daarop aansluitend de fors ogende gebouwen van de voormalige Lichtfabriek. Het restaurant dat er nu in is gevestigd, bewaart nog de herinnering aan deze bestemming.
Hier strekten zich in de zestiende eeuw de gebouwen van het convent Sint Marie uit, een van de tien in Gouda gevestigde kloosters, en tevens het rijkste vrouwenklooster van de stad. Na de Opstand van 1572 werden de gebouwen ingericht voor industriële functies en een Leprooshuis. In 1854 verrees op het terrein een gasfabriek; de twee kolossale ketels domineerden tot 1979 het stadsbeeld. Het statige Proveniershuis uit 1680 maakte in 1910 plaats voor de zakelijke gebouwen van de elektrische centrale van de ‘Gas en Lichtfabriek’.
Het gebouw van de voormalige Lichtfabriek is wat bouwstijl betreft beïnvloed door het rationalisme: de vorm van het bouwwerk en de diverse onderdelen zijn voornamelijk door de functie bepaald. Hoewel voor die tijd nieuwe materialen als ijzer, beton en glas beschikbaar waren, werd het gebouw van historiserende details voorzien, zoals het boogfries en de versierde consoles aan de bovenzijde van de gevel. Zowel de begane grond als de verdieping laten vier houten vensters zien met een gebogen bovenzijde. Links staat de uitbreiding van 1920-1925, die erg modern aandoet. Tussen beide delen is een poortgebouw geplaatst, met dezelfde geleding als het oudste gebouw. De poort wordt bekroond door een sculptuur van twee leeuwen met het wapenschild van Gouda. De sculptuur is afkomstig van de omstreeks 1850 gesloopte Potterspoort.
Aan de zuidzijde van dit complex ligt het Nonnenwater, dat de Raam verbindt met de Hoge Gouwe. De naam herinnert aan de bewoonsters van het klooster Sint Marie. Het Nonnenwater dateert uit de vroege stadswording. Van oorsprong was dit, net als de Raam, een centrale gracht met aan weerszijden kaden. Het Nonnenwater werd in 1956 gedempt. Ook de Raam werd in dat jaar gedempt met het oogmerk om hierop een stadsweg aan te leggen, die het Bolwerk zou verbinden met de Schielands Hoge Zeedijk. Gelukkig is dit voornemen nooit tot uitvoer gekomen. Bij de ontwikkeling van het Bolwerk-project, het plan voor de nieuwbouw op de terreinen tussen het Nonnenwater en het Bolwerk, was een budget gereserveerd voor de reconstructie van de grachten van het Nonnenwater en van de Verlorenkost, die het Nonnenwater verbindt met de Turfsingel. Het zouden de eerste Goudse grachten zijn die ‘ontdempt’ zouden worden, naar men hoopte het begin van een grootscheepse reconstructie van het historische stedelijke water in Gouda. De nieuwbouwkosten van het project Bolwerk vielen echter tegen en daarom werd het voor het Nonnenwater gereserveerde budget door de gemeente aangewend voor de dekking van het ontstane financiële gat. Zo is het Nonnenwater uiteindelijk toch niet ‘ontdempt’. Wel is, op aandringen van het Gouds Watergilde, het Nonnenwater zodanig gereconstrueerd, dat er de ruimte voor een gracht gereserveerd blijft, in afwachting van betere tijden.