Lutherse Kerk

De voormalige Sint-Joostkapel, thans Lutherse Kerk, is een van de weinige middeleeuwse kapellen die nog het stadsbeeld bepalen. De kapel telt vijf traveeën en is driezijdig gesloten. De eerste vermelding is van 1429. De kapel moet kort tevoren zijn gesticht. Het is aannemelijk dat het gebouw vanaf het begin al de huidige omvang heeft gehad. In de middeleeuwen vormde de kapel het middelpunt van een klein complex, waartoe behalve de kapel zelf ook nog enkele huizen ten zuiden van de kapel aan de Lage Gouwe en ten oosten ervan aan de Lange Groenendaal behoorden. De kapel diende aanvankelijk tevens als gasthuis. In de loop van de zestiende eeuw kwam aan de functie van gasthuis een einde.

De eerste eigenaar is het gilde van de zakkendragers geweest. Het gilde werd in 1572 gedwongen om afstand te doen van de kapel en van de bijbehorende liturgische inventaris. Zoals alle gebouwen van opgeheven godsdienstige stichtingen werd de kapel eigendom van de stad. De stad bestemde het gebouw vervolgens tot turfschuur. In 1682 verwierf de evangelisch-lutherse gemeente de kapel in eigendom.

In de loop van de tijd heeft de kapel talrijke verbouwingen en restauraties ondergaan, die de gedaante van het gebouw ingrijpend hebben gewijzigd. De meest opvallende verandering was de slechting van de toren in 1869. Bij een restauratie in 1957 is hiervoor symbolisch een uitkragend torentje met daaronder een hoge blinde nis in de plaats gekomen. Bij die restauratie werd tevens al het muurwerk vervangen. Veel origineel materiaal bevat de kapel na al deze operaties niet meer. Maar het gebouw staat nog wel op de middeleeuwse fundamenten en heeft ongetwijfeld ook nog de algemene oorspronkelijke proporties.

De 95 letters in het straatwerk van de Lange Groenendaal aan de zijkant van de kapel zijn de beginletters van de 95 stellingen die Luther in 1517 op de deur van de kerk van Wittenberg spijkerde